De boer en zijn varkens
De veearts raadt hem aan om eens kunstmatige inseminatie te proberen. De boer heeft er geen enkel idee van wat dit betekent, maar om zijn onwetendheid te verbergen, vraagt hij aan de veearts hoe hij kan weten dat de varkens drachtig zijn. De veearts vertelt hem dat de varkens minder zullen staan en in plaats daarvan veel zullen liggen en in de modder zullen liggen rollen wanneer ze drachtig zijn.
De boer hangt op en denkt er eens even over na. Hij komt tot de conclusie dat kunstmatige inseminatie betekent dat hij de varkens moet bevruchten. Dus laadt hij de varkens in een grote veeauto, gaat ermee naar het bos, heeft met alle varkens seks, brengt ze weer thuis en gaat naar bed.
De volgende morgen staat hij op en kijkt naar zijn varkens. Hij ziet dat ze nog steeds veel rondlopen en niet liggen. Hij concludeert hieruit dat de eerste keer niet geholpen heeft. Dus hij laadt ze weer in de veewagen, rijdt ermee naar de bossen, neukt elk varken twee keer, brengt ze weer terug en gaat naar bed.
De volgende morgen staat hij op en ziet dat de varkens nog steeds rondlopen. Nog één keer zegt hij tegen zichzelf en hij laadt de varkens weer in de veewagen en rijdt er weer mee naar de bossen. Hij is de hele dag aan het wippen met de varkens totdat hij naar huis gaat, daar valt hij lusteloos in bed.
De volgende morgen kan hij zelfs niet uit bed komen om even te kijken hoe het met de varkens gaat. Hij vraagt zijn vrouw of zij even wil kijken of de varkens lekker in de modder liggen te rollen.
“Nee”, zegt ze, “ze staan allemaal in de veewagen en eentje is er aan het toeteren met de claxon.”