Drie kinderen komen elkaar tegen
Drie kinderen komen elkaar tegen en beginnen over hun moeder te praten.
Het eerste kind zegt: “Mijn moeder is als een sportwagen. Ze is mooi en elegant.”
Het tweede kind zegt: “Mijn moeder is als een jeep. Ze is stoer en snel.”
Het derde kind zegt: “Mijn moeder is als een ziekenwagen. Ze zegt altijd: Doe-dit Doe-dat.”