Economie
Zijn vader zegt: “Dan zal ik proberen je uit te leggen wat economie is. Kijk, ik breng hier in huis het geld binnen, dus ik ben het kapitaal. Mama zorgt dat hier in huis alles in orde is, zij is dus de regering. Ons dienstmeisje, Annie, werkt voor ons, zij is dus de arbeid. En jij Jantje en je kleine zusje Marietje, jullie zijn nog jong en daarom de toekomst. Snap je nu wat Economie is?”
Jantje snapt er totaal niets van en berust daar maar in. ’s Nachts wordt Jantje wakker omdat zijn kleine zusje ligt te huilen. Hij gaat naar zijn zusje toe en ruikt meteen waarom Marietje zo huilt. Jantje denkt: “Zij moet een schone luier hebben.” Hij gaat naar de slaapkamer van zijn ouders maar ontdekt alleen mama in bed die in een diepe slaap is verzonken. “Ach,” denkt hij, “ik moet ook niet bij mama zijn maar bij het dienstmeisje.” Als hij echter de slaapkamerdeur van het dienstmeisje opendoet ontdekt hij dat zij niet alleen is, nee, want papa ligt erbij, en die twee hebben het veel te druk met lichamelijke oefeningen. Dus wil Jantje die twee ook maar niet storen. “Och,” denkt hij, “dan zal ik die vieze poepluier van mijn zusje zelf maar verschonen…”
Als Jantje ’s morgens beneden komt gaat hij naar zijn vader en zegt: “Nù weet ik eindelijk wat economie is!”
“Oh ja?” zegt zijn vader, “vertel op!”
“Nou,” zegt Jantje, “het kapitaal naait de arbeid, de regering slaapt, en de toekomst kan de rotzooi opruimen!”