Een zeepmachine
Het blijkt een klooster te zijn want er doet een non open. De non vraagt wat er is en de man vraagt of hij kan blijven slapen en de non stemt in. Maar hij heeft geen pyjama bij zich dus gaat hij maar in zijn blootje in bed liggen. ’s Nachts moet hij heel nodig naar het toilet, dus gaat hij heel voorzichtig naar de gang, kijkt of er nergens een nonnetje loopt en gaat snel naar de wc. Hij pist en wast zijn handen. Opeens ziet hij twee stukken zeep liggen en denkt dat hij die nog wel eens kan gebruiken. Dan gaat hij terug naar de gang. Maar hij heeft niet gekeken of er een nonnetje is, want hij is zo blij dat hij twee stukken zeep heeft. Dan blijkt dat er toch wel een non op de gang is! De man blijft stilstaan met zijn handen in de lucht. Denkt dat nonnetje: “Wat is dat nou?” En gaat recht naar de man, trekt aan zijn lul en meteen laat de man een stuk zeep vallen. “We hebben een zeepmachine, we hebben een zeepmachine,” roept het nonnetje door de gangen.
Meteen komt er een andere non aangelopen en vraagt: “Waar?”
“Daar, daar,” zegt de eerste non, “trek maar aan dat dingetje.”
En weer wordt er aan de man zijn lul getrokken en laat hij het laatste stuk zeep vallen. Dan roepen alletwee de nonnetjes: “We hebben een zeepmachine, we hebben een zeepmachine!”
Er komt nog een non aanlopen en vraagt ook waar de zeepmachine dan wel is. Dan zeggen de andere twee nonnetjes: “Daar trek maar aan dat dingetje.”
En dus doet de non dat, maar de man heeft geen zeep meer en blijft stil staan. “Er komt niets uit,” zegt de derde non.
“Gewoon blijven trekken,” zegt de tweede.
Dus blijft de non trekken. Op een gegeven moment roept de non het uit en laat haar handen zien die een kommetje vormen. “Kijk, kijk, ik heb shampoo!”