Jongen en apotheker
“En jongen, waarmee kan ik je van dienst zijn?”
De jongen treuzelt wat en is blijkbaar verlegen, daarom komt de apotheker achter de toog vandaan en knielt bij de jongen en stelt de vraag weer: “Wel jongen, zeg het maar in mijn oor, ik ben heel wat gewend, je hoeft je voor mij niet te schamen.”
Daarop zegt de jongen: “Ik wil een pakje kapotjes.”
De apotheker verschiet en zegt: “Maar jongen, zo vraag je dat toch niet, dat gebeurt op een andere manier. probeer het nog eens.”
Daarop doet die kleine zijn broek naar beneden en wijst op zijn piemel en zegt: “Een kostuumpje voor de kleine.”