Schijndood
Bijna boven in de boom aangekomen breekt er een tak af. Hans flikkert naar beneden. Dood! Zijn geest staat op uit het lichaam en reist naar de hemelpoort. Daar aangekomen ziet hij Petrus bij de poort staan. Petrus zegt: “Zo Hans wat doe jij hier? Het is je tijd nog niet!”
“Tsja,” zegt Hans, “ik donderde uit een boom, vandaar.”
“Vervelend,” zegt Petrus, “ik kan je hier nog niet gebruiken. Ik verander je wel in een spin, dan kun je veilig naar beneden kruipen.”
Zo gezegd zo gedaan. Hans klautert op zijn acht poten naar beneden via de boom. Als hij halverwege is worden zijn poten moe en Hans besluit een dutje te doen. Hij denkt: “Ik spin een web dan kan ik daar mooi in gaan liggen.”
Dus Hans probeert wat draad uit zijn kont te persen. “Uuuuuuuuuuuuuuuuhhhhhhhh!”, maar er komt niks uit. “GVD,” denkt hij, “hoe kan dat nou!” en probeert het weer.
“Uuuuuuuuuuuuuuuuuuhhhhh!” maar er gebeurt niks. “Gloeiende gloeiende, nou pers ik alles eruit,” denkt hij bij zichzelf…
“uuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuhhhhhhhhh…!”
Hoort hij ineens: “Hans! Hans! Wakker worden! Je schijt het hele bed onder!”