
Waar slaat dat getel op?
Dan hoort de Belg ineens “1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.”
Wanneer de Nederlander van de W.C. afkomt, vraagt de Belg: “Waar slaat dat getel op?”
Dan legt de Nederlander uit:
“1 is knoop los en gulp open.
2 is broek omlaag.
3 is velletje naar achter.
4 is plassen.
5 is velletje naar voren.
6 is broek omhoog.
7 is gulp dicht en knoop vast.”
Dan gaat de Belg naar het toilet. Hoort de Nederlander opeens: “1, 2, 3, 5, 3, 5, 3, 5, 3, 5, 3, 5, 3, 5.”